Voor wie?
Kinderen die moeite hebben met zintuiglijke prikkelverwerking, hun zelfcontrole, alertheid en/of concentratie.
Kinderen met problemen in het volhouden van de aandacht en goed kunnen concentreren, kunnen als gevolg van kwetsbaarheden in de informatieverwerking, hier moeite mee hebben.
Door gerichte observaties, kan beoordeeld worden wat de reden is dan een kind zich niet goed kan concentreren of de aandacht afneemt.
Het niveau van alertheid wordt hierin meegenomen.
Wij leren uw kind om zijn alertheidsniveau op de juiste manier en in verschillende situaties te beheersen, te behouden en aan te passen.
Daarnaast is het mogelijk het onderzoek naar de informatieverwerking uit te breiden. Onze collega Karin Hilkens heeft zich geschoold als Expert leren en leren en kan een Individueel Onderwijskundig Onderzoek (IOO) bij jeugd van 5 tot 15 jaar afnemen. De afname van dit onderzoek kan een meerwaarde bieden wanneer er mogelijk een relatie is tussen gedrags- en/of leerproblemen en een voorkeur is voor visueel-zintuigelijke informatieverwerking (beelddenken). Cognitieve capaciteiten van een leerling komen naar voren en aanwezige sociale en/of emotionele blokkades. De verkregen gegevens worden met elkaar gecombineerd tot een conclusie en advies op het gebied van verdere begeleiding en/of onderzoek.
Onderdeel van dit onderzoek is de afname van het Wereldspel. Het Wereldspel afgenomen om inzicht te krijgen in de cognitieve capaciteiten, de aanwezige persoonlijkheidsaspecten op sociaal en/of emotioneel gebied, en de evenwichtige inzet van de visuele en/of verbale leerstijl.
Het Wereldspel is een non-verbaal onderzoeksinstrument, dat bestaat uit verschillende elementen waarmee een dorp gebouwd moet worden. Hierbij wordt gelet op het handelen, de vormgeving en de inhoud van het gebouwde dorp aan de hand van gestandaardiseerde observatie- en scoreformulieren.
Kinderen zijn tot ongeveer 5/6 jaar voornamelijk visueel-ruimtelijk ingesteld. Deze visuele leerstrategie is een oorspronkelijke manier van informatie verwerven en verwerken die alle mensen vanaf de geboorte meekrijgen. De verbaal-sequentiële leerstrategie (het verbale denken) moet aangeleerd worden. Dat gebeurt in de basisschoolleeftijd. Wenselijk is dat een leerling rond het 12e levensjaar (einde basisschool) zowel de visuele als de verbale leerstrategie kan inzetten naar gelang de situatie.
Wanneer het verbaal-sequentiële denken niet goed op gang komt (door leer- en/of gedragsproblemen of onvoldoende onderwijs) of onvoldoende wordt ingezet (bij hoogbegaafdheid), blijft de leerling zijn oorspronkelijke visuele leerstrategie inzetten. Dit kan problemen geven bij het (leren) lezen (fonologie), het automatiseren, de spelling, mesoniveau tekstbegrip, het plannen/structureren, en zelfvertrouwen/motivatie.